Geschiedenis van Japan
Inhoud |
[bewerk] Vroege geschiedenis
Traditionele Japanse legendes stellen dat Japan in de 7e eeuw v. Chr. opgericht is door de voorouderlijke keizer Jimmu. De keizers van voor de 5e eeuw worden echter meestal als legendarisch beschouwd. Volgens Chinese bronnen was Japan oorspronkelijk een samenraapsel van vele kleine staatjes, die in de 3e eeuw door een koningin/priesteres Himiko werden verenigd.
Gedurende de 4e, 5e en 6e eeuw, werden het Chinese schrijfsysteem en het boeddhisme geïntroduceerd, waarschijnlijk via het koninkrijk Paekche\Baekje (in het Japans ook wel Kudara genoemd) in het zuid-westen van Korea. De koning van Paekche zond in 538 of 552 een Boeddhabeeld naar Japan met de woorden, dat het boeddhisme heilzaam kon zijn voor het land. Met de introductie van het Chinese schrift en het boeddhisme begon een lange periode van Chinese culturele invloed op de Japanse samenleving. De Japanners of beter gezegd de bewoners van het Yamato-rijk hielden al vroeg contacten met het koninkrijk Paekche.
De keizers waren in naam de heersers maar vanaf de 6e eeuw was de eigenlijke macht gewoonlijk in het bezit van machtige hofnobelen, waarbij diverse families elk een of enkele eeuwen de macht konden vasthouden.
[bewerk] Taika-reformatie en Nara-periode
In 646 werd het politieke en bestuurlijke landschap van Japan vastgelegd in de zogenaamde Taika-reformatie. Bij deze reformatie, die overigens in werkelijkheid meer geleidelijk plaatsvond dan op papier, werd Japan omgevormd tot een centralistische staat naar Chinees model. De gehele staat werd eigendom van de keizer, en de adel, die totdantoe Japan had bestuurd, kreeg nu hoge posten in een nieuw, uitgebreid ambtenarenapparaat.
Gedurende deze tijd veranderde de keizerlijke residentie voortdurend: elke keizer had een nieuwe residentie, sommige zelfs meerdere. Pas in 710 werd Nara definitief als hoofdstad gekozen (de Nara-periode). De machtigste familie in deze tijd was de Fujiwara-familie, en de keizer was meestal in de macht van deze familie.
[bewerk] Heian-periode
De keizer en de machtige hoffamilies kwamen in Nara echter steeds meer onder druk te staan van boeddhistische priesters, en keizer Kammu besloot daarom de residentie opnieuw te verleggen, naar de stad Heiankyo, het huidige Kyoto. Daar ontwikkelde zich in de zogenaamde Heian-periode (794-1185) een zeer verfijnde hofcultuur, waarin de kunsten, in het bijzonder de literatuur, een hoogtepunt beleefden. Tegelijkertijd lieten de keizer en zijn hofhouding de daadwerkelijke politiek meest aan lagere ambtenaren over, waardoor langzamerhand steeds meer macht bij de provinciale gouverneurs kwam te liggen.
In 1072 trok keizer Go-Sanjo zich terug in een boeddhistisch klooster. Van achter de schermen bleef hij echter invloed uitoefenen op de nieuwe keizer. Op deze manier slaagde hij er in de macht van de Fujiwara-familie te breken, en na hem werd dit een vaste wijze van regeren, waarbij een formeel afgetreden keizer de daadwerkelijke macht had. Dit betekende inderdaad het einde van de macht van de Fujiwara, maar de macht van de families uit de provincies groeide, en de hofhouding van de voormalige keizer was soms verscheurd door interne politieke spelletjes.
Twee van deze families, de Taira en de Minamoto, streden nu om de macht, en in 1160 kwamen de Taira als overwinnaars uit de strijd. Hoewel de Fujiwara formeel hun hoge post behielden, waren het de Taira die, via beïnvloeding van de keizer, nu de daadwerkelijke macht hadden. De Minamoto waren echter wel verslagen maar nog niet vernietigd, en in een verbond met de voormalige keizer Go-Shirakawa begonnen ze in 1180 een nieuwe oorlog tegen de Taira. Nu wonnen de Minamoto wel, en hun leider, Minamoto Yoritomo kreeg de titel Shogun, van oorsprong een hoge militaire titel. Gedurende de volgende eeuwen zou het de Shogun zijn, die Japan feitelijk regeerde.
[bewerk] Kamakura-periode en vroege Muromachi-periode
Na de dood van Yoritomo werden ook zijn zonen shogun, maar de macht van de Minamoto was toch niet blijvend, en de Hojo familie kwam op, regerend vanuit de officiële positie van regent voor de shogun. In 1274 en 1281 werden Japan aangevallen door de Mongolen, maar beide keren kwam een zware tyfoon de Japanners te hulp. De Japanners spreken van een kamikaze, een goddelijke wind. Uit onderzoek van de in 1981 gevonden restanten van de vloot uit 1281 blijkt echter dat de schepen slordig en haastig waren gebouwd, en dat er slecht hout was gebruikt, soms zelfs tweedehands hout. De schepen werden bovendien gemaakt in het "ingenomen" China. Door het onhaalbare aantal schepen die in een hele korte tijd gemaakt moesten worden, hebben ze veel rivierschepen gebruikt zonder een diepe zeeboeg. Waardoor ze erg kwetsbaar waren in de storm.
In 1333, in de slag bij Kamakura werden de Hojo uiteindelijk verslagen door de verbannen keizer Go-Daigo en een verbond van oostelijke ridderfamilies. De Ashikaga-familie nam de rol van Shogun over, maar Go-Daigo wenste dit niet te accepteren. Hij trok weg uit Heiankyo, en betrok een eind zuidelijker een nieuwe residentie. De Ashikaga benoemden een andere keizer in Heiankyo, en enige tijd had Japan twee rivaliserende keizers, tot in 1392 de toenmalige "zuidelijke keizer" zijn claim op de troon afgaf.
Ook de Ashikaga verloren echter hun machtspositie in de volgende eeuw, en een bloedige machtsstrijd begon. Hoogtepunt was de zogenaamde Onin-oorlog, een strijd tussen twee families om de macht in het shogunaat, die tussen 1467 en 1477 Kyoto verwoestte. Van het centrale gezag was toen vrijwel niets meer over, en diverse provinciale heersers (daimyo) streden met elkaar om de macht. De komende periode staat bekend als sengoku-jidai, de "eeuw van de strijdende provincies".
[bewerk] Hereniging
Oda Nobunaga (1534-1582), daimyo van de provincie Owari begon de hereniging van Japan. Hij versloeg enkele rivalen, stichtte een verbond met sommige andere, in het bijzonder Tokugawa Ieyasu van het aangrenzende Mikawa. In 1568 veroverde hij Kyoto en dwong de shogun te vluchten. Hij slachtte de monniken-strijders van Hiei-zan af. Hij versloeg diverse andere daimyo's, maar werd in 1582 door een van zijn eigen generaals, Akechi Mitsuhide, vermoord.
Akechi werd verslagen door een andere generaal van Nobunaga, Toyotomi Hideyoshi. Hideyoshi zette Nobunaga's hereniging voort, doch waar Nobunaga bruut geweld gebruikte, was Hideyoshi een ware diplomaat, en won de oorlog soms met simpele bedreiging, zonder dat zijn leger daadwerkelijk in actie hoefde te komen.
Nadat geheel Japan zich trouw aan de keizer en zijn regent (Hideyoshi) had gezworen, zond Hideyoshi zijn legers naar Korea. Aanvankelijk ging de veldtocht voorspoedig, maar toen zijn generaals de grens van China naderden, kregen ze de Chinezen tegenover zich, en zes jaar oorlog leverden geen duidelijke overwinning op. Na de dood van Hideyoshi in 1598, trokken de Japanners zich terug.
Na de dood van Hideyoshi, werd Tokugawa Ieyasu de sterke man van Japan. In de slag bij Sekigahara versloeg hij de aanhangers van Hideyoshi's zoon Hideyori. Na de dood van de laatste Ashikaga-shogun in 1603 werd Ieyasu tot shogun benoemd, maar al in 1605 trad hij terug, liet zijn zoon tot shogun benoemen, doch had, in goede Japanse traditie, op de achtergrond de macht in handen. Zijn enige overgebleven tegenstander was Toyotomi Hideyori. Iyeyasu dwong Hideyori terug naar het kasteel van Osaka, en nam dat in 1615 in.
Ieyasu beperkte de macht van de boeddhistische kloosters en de daimyo's, en de keizer en zijn hofhouding kwamen in Kyoto in een soort van 'gouden gevangenschap', terwijl het hof van de shogun naar Edo (het tegenwoordige Tokio) werd verlegd. Hiermee werd de macht van de familie Tokugawa voor meer dan twee eeuwen bezegeld (zie voor meer de Edoperiode).
[bewerk] De Christelijke Eeuw
In 1542 leden drie Portugezen schipbreuk op de kust van Kyushu. Spoedig volgden Portugese (en later ook Spaanse, Nederlandse en Engelse) handelaren, en ook jezuïeten-missionarissen. Het christendom schoot snel wortel in Japan, en volgens de missionarissen waren er in 1587 300.000 christenen in Japan, vooral onder de lagere klassen, maar ook een aantal daimyo's.
Nobunaga was zeer bereidwillig tegenover de jezuïeten, die hij beschouwde als mogelijke bondgenoten tegen militante boeddhistische sekten, maar onder Hideyoshi bekoelde deze relatie, en Iyeyasu, die de missionarissen zag als voorbereiders van een Portugese of Spaanse invasie in Japan, verbood de missie en zelfs het christendom. In 1642 werd Japan uiteindelijk geheel van de buitenwereld afgesloten. Japanners mochten het land niet verlaten, en slechts enkele Chinese en Nederlandse kooplieden mochten in Nagasaki (Dejima) handel drijven.
[bewerk] Meiji Restauratie
De Japanse isolatie duurde zo'n 200 jaar, tot 1854. De Amerikaanse commodore Matthew Perry dwong toen met een vloot de opening van Japan af. In Japan bestond de angst dat het land in handen van de koloniale mogendheden zou vallen. Ook in het binnenland waren er problemen en in 1868 werd de macht gegrepen door een revolutionaire groep, die de keizer terug in het centrum van de macht wilde hebben en een snelle overname van de westerse technologie bepleitte, om zo de westerse landen weerstand te kunnen bieden. Deze actie staat bekend als de Meiji restauratie.
Het keizerlijk hof werd verplaatst naar Edo, dat werd omgenoemd tot Tokio (oostelijke hoofdstad). Het beleid in deze periode was erop gericht om Japan zo snel mogelijk zowel militair als economisch te ontwikkelen, en er volgden snel een aantal economische en sociale hervormingen: vrije beroepskeuze, afschaffing van de privileges van de samurai-klasse, belastingen in geld in plaats van natura, afschaffing van het lijfeigenschap van boeren, vrij grondbezit en de instelling van de dienstplicht. Er werden in hoog tempo staatsbedrijven gecreëerd, die dan (met uitzondering van de militaire industrie) wanneer ze economisch rendabel waren, geprivatiseerd werden. Ook werd de infrastructuur uitgebouwd, er werden een nationale post- en telegraafsystemen ingevoerd, en buitenlandse technologie werd ingevoerd.
In 1889 werd een grondwet ingevoerd, gebaseerd op de Duitse grondwet. Een nieuw leger werd opgebouwd, met behulp van Engelse, Franse en Duitse adviseurs.
Japan groeide in snel tempo uit tot een wereldmacht, en zijn nieuwe ambities leidden tot oorlogen met China (1894-1895) en Rusland (1904-1905), waarbij het Korea (vanaf 1910 een Japanse kolonie), Taiwan en andere gebieden veroverde. Met name de overwinning op Rusland maakte indruk: voor het eerst werd een "westers" land door een "gekleurd" land verslagen (helemaal waar was dit niet, in 1896 was Italië door Ethiopië verslagen, en in de 17e eeuw hadden de Chinezen Nederland uit zijn kolonie Formosa verdreven).
In de Eerste Wereldoorlog verklaarde Japan Duitsland direct de oorlog, en nam de Duitse bezittingen in China en de Stille Oceaan in bezit. Voor verzoeken om troepen naar het Westfront te sturen werden vernuftige excusen verzonnen. China, dat daarentegen duizenden arbeiders naar Europa had gezonden, werd onder druk gezet, waarop de geallieerden Japan terugfloten. In Versailles liet Japan zich de gebieden legitiem toewijzen. Daar stond tegenover dat Japan zitting nam in de Volkenbond.
[bewerk] Tweede Wereldoorlog
In de jaren '20 en begin jaren '30 leidden economische tegenvallers ertoe dat Japan terechtkwam onder een steeds groter wordende invloed van ultra-nationalistische, expansionistische militairen. De Japanse bevolking was samengepakt op een piepkleine oppervlakte, waarvan ook nog eens een groot deel uit bergen bestond. Deze bergen leverden echter niet eens grondstoffen. Japan wilde dus de hand leggen op gebieden die deze grondstoffen wel hadden, zoals China. Dit leidde tot de invasie van Mantsjoerije (en de stichting van Mantsjoekwo), en een tweede Sino-Japanse Oorlog (1937), welke uiteindelijk uitmondde in de Tweede Wereldoorlog. De Japanners behaalden overwinning op overwinning in China, maar konden deze oorlog toch niet winnen. In 1938 raakte Japan slaags met Mongolië en de Sovjet-Unie, maar deze landen behaalden onder generaal Zjoekov een klinkende overwinning op de Japanners. In 1940 tekende Japan met Duitsland en Italië het Driemogendhedenpact, dat wederzijdse hulp beloofde bij een eventuele aanval, en de Nieuwe Orde vastlegde. Vichy-Frankrijk werd door Japan en Duitsland gedwongen Indo-China af te staan.
Met dit beleid wekte Japan het wantrouwen van de Verenigde Staten op, en de grootmachten kwamen op steeds gespannener voet met elkaar te staan. Een olie-embargo werd door de Amerikanen in samenwerking met Nederlands-Indië afgekondigd. De militairen waren woedend, en admiraal Yamamoto vatte het plan op om de Verenigde Staten met een machtig offensief uit de Pacific weg te vagen. Andere gebieden konden dan makkelijk worden bezet, want de koloniale mogendheden Nederland en Engeland hadden hun handen vol aan de nazi's.
Op 7 december 1941 vielen de Japanners de Amerikaanse vloot in Pearl Harbor aan, wat leidde tot de deelname van de Verenigde Staten aan de oorlog. De Filipijnen en Nederlands-Indië werden veroverd, alsmede Hongkong, Singapore, Birma, Maleisië, en verschillende Pacifische eilanden. Belangrijk psychologisch effect had de verovering van de eilandjes Attu, Kiska en Agattu: deze Aleoeten behoorden tot Alaska. Hiermee stonden de Japanners dus op Amerikaanse bodem.
Veel Nederlandse burgers werden in die tijd geïnterneerd in Jappenkampen, een soort concentratiekampen. Voor Nederlanders waren er mannenkampen, vrouwenkampen en jongenskampen. Sommige Nederlandse vrouwen werden tot prostitutie gedwongen door Japanse soldaten, de zogenaamde troostmeisjes. Naast deze kampen voor Nederlanders (en andere Westerlingen) waren er ook werkkampen voor Indonesiërs ("Romushas") en kampen voor halfbloeden. Deze kampen kostten zeer veel mensen het leven, maar de grootste wreedheden beging Japan in China, zoals het bloedbad van Nanking.
Vanaf 1944 heroverden de Amerikanen beetje bij beetje de door Japan veroverde gebieden. De Sovjet-Unie zou pas op 9 augustus 1945, drie maanden na de capitulatie van Duitsland, de neutraliteit verbreken en Mantsjoerije en China binnenvallen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verwierven de Japanners een reputatie voor hun ‘fanatiek verzet’. De oorlog eindigde in 1945 nadat er Amerikaanse atoombommen op Hiroshima en Nagasaki waren gegooid. De bom die op 6 augustus 1945 boven de stad Hiroshima ontplofte, doodde 78.000 mensen en bracht meer dan 30.000 mensen vreselijke verwondingen toe. Op 9 augustus werden in Nagasaki 70.000 mensen gedood. Amerikaanse vliegtuigen dropten drie miljoen pamfletten boven Japan waarin het volk werd gevraagd hun keizer over te halen zich over te geven en de oorlog te beëindigen. Op 14 augustus 1945 besloot de Japanse leiding zich onvoorwaardelijk over te geven, zoals de geallieerden hadden geeist bij de verklaring van Potsdam (24 juli 1945). De volgende dag werd de overgave bekendgemaakt door uitzending van een tevoren opgenomen radioboodschap van keizer Hirohito. Uiteindelijk tekende Japan op 2 september aan dek van het slagschip Missouri de overgave.
[bewerk] Naoorlogs Japan
Naoorlogs Japan, nu beperkt tot haar huidige grootte, bleef onder de controle van Amerika tot 1952. Gedurende die periode bloeide de welvaart op de eilanden weer op dankzij een uitzonderlijk economisch herstel. Tijdens de bezetting kwam er ook een nieuwe grondwet, waarbij voor de keizer nog slechts een ceremoniële taak overbleef.
De Verenigde Staten, die in 1945 op ontwapening van Japan stonden, zagen zich geconfronteerd met een communistisch China, Rusland en Noord-Korea. Japan zou in het kader van de containment politiek als "kapitalistisch bastion" kunnen fungeren, met Taiwan, de Filipijnen, Zuid-Vietnam en Zuid-Korea. Op aandringen van de VS werd een politiemacht van 100.000 man opgericht, feitelijk gewoon een leger dat van de grondwet niet zo mocht heten. Later is de grondwet veranderd, en sprak men van een "zelfverdedigingsmacht". Japan bleef een van de meest pacifistische landen ter wereld, en wekte later in de 20e eeuw paradoxaal zelfs irritatie op omdat het weigerde aan militaire operaties deel te nemen of deze afkocht, zoals in de Golfoorlog van 1991 (checqueboekdiplomatie).
Ook na het vertrek van de Amerikanen bleef de economische groei, en in de jaren '60 groeide Japan uit tot een economische grootmacht, met groeicijfers van 10% per jaar en meer. Rond 1990 begint de Japanse economie echter in verval te raken: grote bedrijven raken in betalingsmoeilijkheden, waardoor banken gedwongen zijn te fuseren of zelfs bankroet gaan. De Nikkei-index verloor 70% van haar waarde. De jaren '90 kunnen terecht Japans "lost decade" genoemd worden.
In januari 1995 wordt de stad Kobe opgeschrikt door een ernstige aardbeving, die 5000 doden eist. Later dat jaar verspreidt de sekte Aum Shinrikyo het gas Sarin in de metro van Tokio. Er vielen 12 doden en 5000 gewonden. Dit is zowel voor de wereld als voor Japan een schok. Voor het eerst wordt een terroristische aanslag met gifgas gepleegd, waarmee de wereld een voorproefje krijgt van wat komen gaat. Later bleek de sekte ook sarin in woonwijken te hebben verspreid, en bestonden zelfs plannen om de keizer te vermoorden. Voor Japan was het een dubbele schok: Japan is traditioneel een van de meest gezagsgetrouwe landen.
In 1998 werd Japan opgeschrikt door een Noord-Koreaanse test met een ballistische raket. De raket vloog over Japan heen, om in de Stille Oceaan te landen. Anno 2005 heeft Noord-Korea bovendien toegegeven dat het kernwapens bezit, naar schatting van de Amerikanen zelfs 5 of 6. Japans grote angst is een nuclaire raketaanval uit deze hoek. Om deze reden heeft Japan zijn defensiebeleid omgegooid, en streeft naar een actievere rol van het leger. Ook werkt men samen met de VS aan een raketschild. Japan streeft ook naar een zeslandenoverleg (Japan, China, Rusland, de VS en de beide Korea's), maar Noord-Korea wil alleen met de VS praten.
Anno 2005 wordt Japan geconfronteerd met de groeiende macht van China, Japans traditionele rivaal. Conflicten over territoriale wateren en over geschiedenisboeken die Japanse oorlogsmisdaden bagatelliseren of verzwijgen, dreigen de verhouding tussen de buren te verzieken.
Een lichtpuntje is echter de economie: voor het jaar 2005 is een groei van 2.5% verwacht, die wellicht zelfs overtroffen wordt met het dubbele. Volgens veel economen is dit niet, zoals in het verleden vaak voorkwam, een valse start, maar zal de groei nu echt doorzetten.
[bewerk] Zie ook
Bron(nen): |
Manfred Pohl: Geschichte Japans |
|
|
---|---|
Geschiedenis van: Afghanistan - Armenië - Azerbeidzjan - Bahrein - Bangladesh - Bhutan - Brunei - Cambodja - China - Filipijnen - Georgië - India - Indonesië - Irak - Iran - Israël - Japan - Jemen - Jordanië - Kazachstan - Kirgizië - Koeweit - Laos - Libanon - Maldiven - Maleisië - Mongolië - Myanmar - Nepal - Noord-Korea - Oezbekistan - Oman - Oost-Timor - Pakistan - Palestijnse Autoriteit - Qatar - Rusland / Siberië - Saoedi-Arabië - Singapore - Sri Lanka - Syrië - Tadzjikistan - Taiwan - Thailand - Tibet - Turkije - Turkmenistan - Turkse Republiek Noord-Cyprus - Verenigde Arabische Emiraten - Vietnam - Zuid-Korea |