Geschiedenis van Noorwegen
Het huidige koninkrijk Noorwegen vierde in 2005 zijn honderdjarig bestaan. De geschiedenis van Noorwegen als aparte natie gaat echter veel verder terug. Dit artikel beschrijft die geschiedenis.
Inhoud |
[bewerk] Etymologie
Volgens de traditionele IJslandse sagen is het Noor in Noorwegen afkomstig van koning Nor Thorrasson - zie Orkneyinga Saga. Moderne etymologen geloven dat de naam van het land "de noordelijke weg" betekent. Deze noordelijke weg is de naam van een straat tussen het eiland Karmøy en het vasteland. De eerste koning van Noorwegen, Koning Harald Schoonhaar, woonde op het eiland toen hij zijn rijk verenigde. Deze straat had enig belang, omdat het de enige praktische scheepsroute naar het noorden was. De straat was de "weg naar het noorden", en zo kreeg het koninkrijk zijn naam - in het Oudnoors Norvegr of *Norðvegr, in het Angelsaksisch Norþweg, in het middeleeuws Latijn Northvegia. De huidige naam van Noorwegen in het Nynorsk is Noreg, wat maar een paar letters afwijkt van het originele "noordelijke weg": Nor(d)-(v)eg.
[bewerk] Prehistorie
De oudste sporen van menselijk leven in wat nu Noorwegen is, zijn in de provincies Finnmark en Møre og Romsdal gevonden. Deze sporen dateren van 8000 a 9000 voor Christus. Vondsten uit een iets latere periode geven aan dat rond 4000 voor Christus een nieuwe groep Noorwegen binnentrok. Uit de vondsten valt af te leiden dat dit rendierjagers waren. Uit deze periode stamt ook een grafmonument dat in Østfold gevonden is.
[bewerk] Vikingen
Hoofdartikel: Vikingen
De oudste geschreven geschiedschrijving van Noorwegen gaat terug tot rond de 8e eeuw AD; in die tijd bestond Noorwegen uit zo'n 29 minikoninkrijkjes. Gedurende de 9e eeuw werden een aantal hiervan geleidelijk samengevoegd tot grotere gebieden. In 872 verenigde koning Harald Schoonhaar het rijk en werd de eerste algemene heerser. Koning Harald had veel kinderen, en zijn nazaten regeerden Noorwegen met korte onderbrekingen tot 1319.
Religieuze invloed vanuit het zuiden, vooral vanuit Engeland en Ierland, leidde ertoe dat het christendom geadopteerd werd. Een centrale rol hierbij speelde koning Olav Haraldsson ("De heilige") die stierf in de Slag bij Stiklestad op 29 juli 1030. Hij werd Noorwegens beschermheilige, Sint Olav, en zijn graf in de Nidaros kathedraal in Trondheim werd de belangrijkste bedevaartplaats van Noord-Europa. Het aartsbisdom van Nidaros werd in 1153 gevestigd. Van 1130 tot 1217 ging Noorwegen door een periode van burgeroorlogen. Rond 1200 heerste de Noorse koning over land van het eiland Man in de Ierse Zee tot het Kola schiereiland in het oosten. Groenland en IJsland werden in 1262 afhankelijke gebieden.
[bewerk] Unie van Kalmar en unie met Denemarken
[bewerk] Unie van Kalmar (1396–1536)
Koning Haakon V stierf in 1319 zonder een mannelijke erfgenaam achter te laten. Zijn dochter trouwde met een Zweedse prins. Hun zoon Magnus Eriksson erfde beide koninkrijken.
Magnus' zoon Haakon VI en zijn kleinzoon Olaf IV waren de laatste inheemse koningen van Noorwegen. Margaretha, de koningin-moeder, slaagde erin Noorwegen met Denemarken en Zweden te verenigen in de Unie van Kalmar (1397–1523). Deze eindigde na 180 jaar toen Zweden zich in 1536 afscheidde. De macht van Noorwegen nam sterk af doordat een aanzienlijk deel van de bevolking tijdens de pestepidemie van 1349–1351 omkwam.
In de eerste decennia van de zestiende eeuw waren er sterke economische banden met de Nederlanden. De Amsterdamse bankier Pompeius Occo was zowel bankier van de aartsbisschop van Nidaros, Erik Valkendorf, als koning Christiaan II. Deze laatste was getrouwd met de Habsburgse prinses Isabella van Oostenrijk, een zus van de latere keizer Karel V. Een hartnekkige legende verhaalt dat Isabella op weg naar haar bruiloft in Kopenhagen op de Noordzee in een verschrikkelijk noodweer zou zijn beland. Ze beloofde God dat wanneer ze veilig aan land zou komen haar nieuwe vaderland vijf altaarstukken te schenken.
Er bevinden zich langs de Noorse west- en noordkust daadwerkelijk vijf laat-middeleeuwse retabels die aan een Noord Nederlandse werkplaats worden toegeschreven, om precies te zijn aan de werkplaats van de anonieme Meester van de Utrechtse Stenen Vrouwenkop. De retabels bevinden zich in de dorpskerken van Ørsta, Grip, Leka, Hadsel en Røst. Ze worden gedateerd rond 1520. Waarschijnlijk zijn ze via de stokvishand vanuit de Nederlanden in de respectieve Noorse dorpen beland. De ligging van de dorpen in de belangrijkste productieregio's van stok- en klipvis én het feit dat er zeer intensief handelscontact tussen Noorwegen en de Nederlanden was in deze periode lijkt deze hypothese te bevestigen. De vijf altaarstukken staan in de literatuur bekend als de Leka-groep.
[bewerk] Unie met Denemarken (1536–1814)
Hoofdartikel: Denemarken-Noorwegen
Noorwegen en zijn bezittingen zonken snel weg tot provinciestatus in de periode van het koningschap van Koninkrijk van Denemarken en Noorwegen. De Deense periode kan in vier onderperioden verdeeld worden:
- De hervorming in Noorwegen (1536–1596): De macht van Noorwegen werd verder verzwakt door de ontbinding van de onafhankelijke Noorse kerk in 1537.
- De Noordse Oorlogen (1596–1720): Een periode van vrijwel voortdurende oorlog en voorbereiding voor oorlog, inclusief de Oorlog van Kalmar (1611–1613), de Dertigjarige Oorlog (1618–1648), de Noordse Oorlog (1655–1658), de Oorlog van Skåne (1675–1679) en uitlopend op de Grote Noordse Oorlog (1700–1721).
- De periode van vrede en voorspoed (1721–1770): Gedurende de 18e eeuw genoot Noorwegen een periode van voorspoed en werd een steeds belangrijker deel van de verenigde koninkrijken.
- Nationaal ontwaken en voorbereiden voor onafhankelijkheid (1770–1814): Deze periode bouwde voort op de sterke landbouwonafhankelijkheid van Noorwegen, gecombineerd met een bewustzijn ontstaan door de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog en de Franse revolutie. Deze hernieuwden het natuurlijke nationaal bewustzijn en liepen uit op de constitutionele conventie van 1814.
[bewerk] Noorwegen tijdens de Eerste Wereldoorlog
Noorwegen bleef gedurende de Eerste Wereldoorlog neutraal. Wel verloren 1156 Noorse zeelieden het leven door de onderzeebootoorlog. Ondanks de neutraliteit spande de Noorse regering zich in om Groot-Brittannië te steunen, zowel door Britse diplomatieke druk als anti-Duits sentiment. Deze steun kwam in de vorm van de grote Noorse handelsvloot, die Groot-Brittannië van essentiële voorraden voorzag, terwijl Groot-Brittannië op zijn beurt Noorwegen van vitale kolen voorzag. Dit zorgde ervoor dat Noorwegen wel de "neutrale bondgenoot" werd genoemd.
[bewerk] Noorwegen tijdens de Tweede Wereldoorlog
- Hoofdartikel:Noorwegen in de Tweede Wereldoorlog
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog bleef Noorwegen neutraal. De Noorse regering negeerde waarschuwingen dat de strategische positie van Noorwegen voor Nazi-Duitsland te belangrijk was om te negeren.
In een verrassingsaanval op 9 april 1940 lanceerde Duitsland Operatie Weserübung. De Duitse strijdkrachten vielen Oslo (Bergen, Trondheim, Kristiansand en Narvik) aan. Koning Haakon, zijn regering en het parlement wisten uit Oslo te ontsnappen. Ondanks de kracht van het Duitse leger, en met Britse, Franse en Poolse steun wist het Noorse leger twee maanden stand te houden, langer dan elk ander land dat door Duitsland werd binnen gevallen met uitzondering van de Sovjet-Unie. Op 7 juni gaven de Noorse strijdkrachten zich over. De regering week uit naar Londen.
De Noorse nationaal-socialistische politicus Vidkun Quisling pleegde dezelfde dag een coup, maar stuitte op zulk fel verzet, dat de Duitsers hem dezelfde week afzetten en een "bureaucratische administratie" opzetten. In september 1940 vormde Josef Terboven een kabinet met leden van Quisling's Nazi partij en andere collaborateurs. In 1942 werd deze administratie vervangen door een marionetten regering van Quisling.
De grote Noorse handelsvloot leverde een belangrijke bijdrage aan de geallieerde oorlogsinspanning.
In Noorwegen groeide langzaam een actieve verzetsbeweging. Duitsland had een groot bezettingsleger voor het qua bevolking kleine Noorwegen nodig.
In 1942 en 1943 probeerde Britse commando's en Noorse verzetsstrijders meerdere keren de zwaarwaterfabriek in Vemork op te blazen. Het zwaar water hadden de Duitsers nodig om een atoombom te maken. Na meerdere mislukte missies lukte het de Geallieerden in februari 1943 eindelijk de fabriek op te blazen (zie ook Operation Freshman).
Na de oorlog behoorde Noorwegen tot oprichters van de Verenigde Naties.
[bewerk] Zie ook
|
|
---|---|
Geschiedenis van: Albanië | Andorra | België | Bosnië en Herzegovina | Bulgarije | Cyprus | Denemarken | Duitsland | Estland | Finland | Frankrijk | Georgië | Griekenland | Hongarije | Ierland | IJsland | Italië | Kroatië | Letland | Liechtenstein | Litouwen | Luxemburg | Macedonië | Malta | Moldavië | Monaco | Montenegro | Nederland | Noorwegen | Oekraïne | Polen | Portugal | Roemenië | Rusland | San Marino | Servië | Slovenië | Slowakije | Spanje | Tsjechië | Turkije | Vaticaanstad | Verenigd Koninkrijk | Wit-Rusland | Zweden | Zwitserland |