Hoge Middeleeuwen
Periodes uit de westerse geschiedenis |
De hoge middeleeuwen of Volle Middeleeuwen duren bij conventie in Nederland van 1000 tot 1200. Het was in en kort na de tijd dat Europa geteisterd wordt door invallen van Noormannen, Hongaren en roversbendes.
In de landbouw vonden er belangijke verbeteringen plaats (vierslagstelsel), waardoor er meer geproduceerd kon worden.
De handel begon weer te bloeien na de val van het West-Romeinse Rijk. In Vlaanderen, het Rijnland en Noord-Italië bracht de handel een explosieve groei van de welvaart in de steden, zodat deze previleges van hun landsheren konden verwerven.
De bouwstijl van de middeleeuwen is de Romaanse stijl. In de 12e eeuw wordt die stilaan verdrongen door de Gotische bouwstijl.
Verder ontstonden de eerste universiteiten en scholen, op de renaissance-gedachte van Karel de Grote.
De Moren werden tijdens een langzaam maar gestaag voortgaande strijd uit Spanje verdreven. Thomas van Aquino ontwikkelde zijn theologie.
De 11e en 12e eeuw wordt politiek gekenmerkt door de investituurstrijd. Ook de territorialisering (het uiteenvallen van de grote hertogdommen in kleinere landsheerlijkheden), die uiteindelijk de basis zal leggen van vele moderne naties, vindt in deze periode plaats.
De kruistochten vonden hun weg naar het Heilige Land. De Mariaverering steeg in aanzien. Het huwelijk kreeg een volwaardige sacramentale betekenis.
Het toneel kreeg door de bloei van het Christendom nieuwe impulsen, namelijk de liturigische gezangen werden ware kunstevenementen en vonden hun weg naar een breder publiek buiten de abdijen.
Categorieën: Middeleeuwen | 9e eeuw | 10e eeuw | 11e eeuw | 12e eeuw | Archeologie