Vlaanderen
Zie Vlaanderen (doorverwijspagina) voor andere betekenissen van Vlaanderen. |
|
|||
Taal: | Nederlands | ||
Hoofdstad: | Brussel | ||
Deel van: | België | ||
Religies: | rooms-katholiek | ||
Oppervlakte: | 13.522 km² | ||
Inwoners: – Dichtheid: |
6.058.368 (01/07/2005, enkel gewest; Brusselse Vlamingen niet meegerekend) 448 inw/km² |
||
Tijdzone: | UTC +1 | ||
Regionale feestdag: | 11 juli | ||
Volkslied: | De Vlaamse Leeuw | ||
{{{bron}}} | |||
President: | {{{president}}} | ||
Gouverneur: | {{{gouverneur}}} | ||
Internetextensie: | {{{tld}}} | ||
Website: {{{website}}} |
Vlaanderen is het noordelijke deel van België. Het Nederlands is er de officiële taal en de inwoners worden Vlamingen genoemd.
De naam 'Vlaanderen' verwijst zowel naar de 'Vlaamse gemeenschap' in de maatschappelijke en politieke zin, als naar de bestuurlijke instellingen (de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Gewest), die gevestigd zijn te Brussel. Deze stad is zowel hoofdstad van België als van Vlaanderen. Het vormt ook een gewest, naast het Vlaamse en het Waalse gewest.
Het hedendaagse Vlaanderen mag niet verward worden met het historische graafschap Vlaanderen. Dat omvatte ruwweg Oost-, West-, Frans-, Zeeuws- en Romaans Vlaanderen. In Frankrijk wordt de term 'Flandre' ook gebruikt als het geheel van de Franse departementen 'Nord' en 'Pas-de-Calais' en het Belgische Vlaanderen. Het huidige Vlaanderen omvat grote delen van de historische regio's Vlaanderen, Brabant en Limburg.
Inhoud |
[bewerk] Vlaamse provincies
Naast deze vijf provincies kent Vlaanderen ook een specifiek intermediair bestuur voor de Vlamingen in Brussel en hun instellingen, de Vlaamse gemeenschapscommissie ('VGC').
[bewerk] Geografie
- Bestuurszetel: Brussel
- Grootstedelijk gebied: Vlaamse Ruit
- Grote steden: Antwerpen, Gent, Mechelen, Leuven, Hasselt, Brugge, Kortrijk, Oostende, Aalst, Sint-Niklaas, Genk
- Zie ook: Lijst van Vlaamse gemeenten
- Kustlijn: 66 km
- Hoogste punt: Remersdaal, 287,5 m
[bewerk] Klimaat en landschap
Er zijn twee klimaattypes: een echt zeeklimaat aan de kust en een stukje landinwaarts en in Midden-Vlaanderen en de Kempen een gewijzigd zeeklimaat. Het landschap van Vlaanderen wordt algemeen omschreven als het deel van België dat laag België genoemd wordt, met aan de kust een zandstrand en een duinenstrook gevolgd door vruchtbare polders. Naar het oosten toe komt men in de Kempen met heide en dennenbossen, en vervolgens in het vruchtbare Haspengouw. De belangrijkste rivieren zijn de Schelde en de Maas, die via Nederland in de Noordzee uitmonden, en de IJzer.
[bewerk] Politiek
Vlaanderen is sinds de staatshervorming een deelstaat van België, met een eigen regering, een eigen parlement, een eigen begroting en eigen inkomsten en wordt bestuurskundig doorgaans aangeduid als de Vlaamse Gemeenschap. Deze is zowel bevoegd voor gemeenschapsmateries als voor gewestmateries en wordt bestuurd door één parlement en één regering in tegenstelling tot Wallonië, waar deze bevoegdheden in aparte raden ondergebracht zijn, namelijk de Waalse Gewestraad en de raad van de Franse Gemeenschap.
Het Vlaams Parlement wordt om de 5 jaar verkozen. Het is de volksvertegenwoordiging van de Vlaamse Gemeenschap, en geniet alle wettelijke bevoegdheden in de regio Vlaanderen én voor alle instellingen van de Vlaamse Gemeenschap, zoals alle Nederlandstalige scholen (met inbegrip van deze in Brussel), dus ook voor de Franstalige scholen in Vlaamse faciliteitengemeenten. Zij duidt tevens de ministers van de Vlaamse regering aan. De bevoegdheden van de Belgische federale overheid en deze van de Vlaamse (en andere) deelregeringen worden vastgelegd door democratisch overleg tussen de verschillende gemeenschappen en evolueren nog steeds. In Vlaanderen wordt echter aangedrongen op constitutieve autonomie. Vlaanderen wil zijn eigen fiscale, bestuurlijke, lokale en intermediaire zaken zelf regelen. De bevoegdheden die Vlaanderen nu heeft zijn vastgelegd in de Belgische Grondwet en de Bijzondere Wet op de Hervorming van de Instellingen.
Vlaanderen verwierf haar huidige autonomie pas na een lange ontvoogdingsstrijd. In het België van 1830 genoten de Vlamingen beperkte politieke rechten en werd hun taal, het Nederlands, gediscrimineerd en verboden in het openbare leven ten voordele van het Frans. In de tweede helft van de 19de eeuw ontstond een Vlaamse Beweging. Die verwierf pas enige politieke invloed na 1900, mede door de invoering van het algemeen, universeel stemrecht. De rol van het Nederlands in Vlaanderen werd langzamerhand wettelijk erkend in de rechtspraak, het onderwijs, de administratie ,en de politiek. Het duurde daarna nog tot het laatste kwart van de 20ste eeuw voor de Vlamingen gelijke rechten verwierven. Het feit dat Vlaanderen vanaf de jaren 1960 uitgroeide tot één van de sterkste economische regio's in de wereld, en Wallonië met een verouderde "smokestack" industrie in een economische crisis verkeert, heeft hoogstwaarschijnlijk een belangrijke rol hierbij gespeeld.
In de staatshervormingen van die periode werden door de belgische wetgever autonomie gewesten en gemeenschappen voorzien. Vlaanderen besliste in 1980 om de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaamse Gewest samen te voegen. Het heeft nu één Vlaams Parlement en één Vlaamse regering. De in Brussel gekozen leden van het parlement kunnen evenwel niet meestemmen over Vlaamse gewestaangelegenheden. De Vlaamse regering heeft haar zetel in Brussel, net als de Belgische regering (de Waalse regering heeft zijn zetel in Namen).
- Vlaams Parlement: 124 Vlaamse volksvertegenwoordigers die om de vijf jaar rechtstreeks worden verkozen (recentste verkiezing: 13 juni 2004).
- Vlaamse regering: benoemd door het Vlaams Parlement met ten hoogste elf ministers en geleid door de minister-president.
- Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap: omvat alle klassieke departementen van alle ministeries samen.
- Inzake de gewestbevoegdheid is het Vlaams Gewest op zijn grondgebied bevoegd voor 'grondsgebonden' materies als economie, werkgelegenheid, wegen, ruimtelijke ordening en milieu. Voor vele van deze bevoegdheden moet het echter de bevoegdheid delen met de Belgische regering. Daarenboven heeft Vlaanderen zeer weinig eigen fiscale inkomsten. Het is -net zoals de andere deelstatelijke overheden- in hoge mate afhankelijk van de Belgische schatkist.
- De Vlaamse Gemeenschap omvat alle inwoners van het Vlaams Gewest en de inwoners van het tweetalig Brussels Hoofdstedelijk Gewest die Nederlands spreken. Het is bevoegd voor taal, cultuur, onderwijs en de zogenoemde 'persoonsgebonden materies', welzijns- en gezondheidszorg. Blijkt echter dat de Belgische overheid nog aanzienlijke bevoegdheden behield en dat zij veruit de meeste middelen blijft controleren. Ook financieel blijven Belgische instellingen nog steeds oppermachtig.
Vlaanderen beschikt dus, in vergelijking met andere deelstaten in federale landen zoals Canada, Zwitserland, Duitsland en de VS, over minder bevoegdheden en minder fiscale autonomie. Zo behoudt de nationale wetgever de bevoegdheid over de volledige sociale zekerheid, daar waar de meeste andere federale staten hierin een gedeelde verantwoordelijkheid voor nationale en deelstatelijke overheden kennen. Op andere domeinen gaat de autonomie dan weer veel verder dan in andere federale staten. Zo zijn in België de deelstaten autonoom bevoegd om verdragen te sluiten, waar dat in andere federale staten enkel kan onder toezicht en mits goedkeuring van de federale overheid.
Vlaanderen blijkt ook over weinig autonomie te beschikken inzake de feitelijke keuze van haar regeringscoalitie. Tot nu toe dwongen de grote partijen steeds eenzelfde coalitie af als in de nationale regering. Hierin is verandering gekomen in 2004, toen de deelstaatverkiezingen voor het eerst niet meer samenvielen met de federale verkiezingen.
Door deze tekorten vertoont de Belgische staat nog steeds sterke unitaire kenmerken, en tegelijk ook vele federale en zelfs enkele confederale kenmerken (zoals de noodzakelijke dubbele meerderheden nodig voor wijzigingen aan een bijzondere wet).
[bewerk] Departementen
Op Vlaams niveau worden ministeries departementen genoemd. De Vlaamse overheid kent zeven departementen. De meeste departementen worden weer onderverdeeld in administraties.
De departementen van de Vlaamse overheid zijn:
- Departement Coördinatie
- Departement Algemene Zaken en Financiën
- Departement Wetenschap, Innovatie en Media
- Departement Onderwijs
- Departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur
- Departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw
- Departement Leefmilieu en Infrastructuur (LIN)
[bewerk] Politieke partijen
Gedurende het grootste deel van de twintigste eeuw werd de politiek in Vlaanderen -grotendeels onder het 'unitaire, Belgische bewind'- gedomineerd door de christelijke, socialistische en liberale partijen (toen CVP, BSP en PVV). (Tijdens de jaren 1960 en 1970 zijn deze vroegere unitaristische parijen opgesplitst in aparte Vlaamse, Franstalige en enkele Duitstalige partijen). Deze drie waren sterk verbonden met aanverwante syndicale en sociale organisaties. Men spreekt voor die conglomeraten over de 'zuilen'. Ze bestaan ook langs Franstalige kant. De zuilen slaagden er in grote mate in om de normale democratische en bestuurlijke regels naar hun hand te zetten. Zo verdeelden in het midden van de 20ste eeuw bijna alle benoemingen in openbare diensten onder mekaar. Anno 2005 is deze verregaande verzuiling enigszins teruggedrongen. De kwalijke effecten ervan zijn door wetenschappers voldoende aangetoond: hogere openbare uitgaven dan in andere vergelijkbare landen (de West-Europese democratische rechtsstaten); eerder lagere kwaliteit van de openbare dienstverlening en tragere aanpassingen aan maatschappelijke evoluties.
Na de Tweede Wereldoorlog ontstond ook een Vlaamsgezinde pluralistische partij, de Volksunie. Deze raakte wel soms in de regering en werd zelfs een middelgrote partij. Aan het begin van de 21ste eeuw viel deze partij uit elkaar in een eerder links-liberale vleugel (Spirit) en een nationalistische vleugel (N-VA). Spirit sloot in 2002 een kartel met de SP.A en N-VA deed in 2004 hetzelfde met de in de in CD&V omgedoopte christelijke volkspartij (CVP). Individuele ex-Volksunie mandatarissen sloten zich aan bij de liberale VLD en de CD&V.
In de jaren zeventig ontstond ook een van de eerste groene partijen in Europa, Agalev (een letterwoord voor "Anders GAan LEVen"). Deze haalde als eerste groene partij zelfs volksvertegenwoordigers. Ze maakte deel uit van enkele regeringen en oefent nog steeds een zekere invloed uit zoals op het vlak van o.a. milieu, wapenhandel en kernenergie; ze kampt echter met overlevingsproblemen sinds haar laatste regeringsdeelname. Op 15 november 2003 koos Agalev voor een nieuwe naam: Groen!.
Eind jaren '70 ontstond uit onvrede van een aantal Vlaams-nationalisten met het Egmontpact het Vlaams Blok. Deze partij groeide gestaag, vooral door haar extreme anti-vreemdelingen standpunten, en na haar grote vooruitgang bij de verkiezingen in 1991 spraken alle Vlaamse democratische partijen af om geen coalities aan te gaan met deze partij (het zogenaamde cordon sanitaire). In 2004 werd een rechtszaak aangespannen tegen enkele vzw's rond het Vlaams Blok. Het Hof van Beroep te Gent veroordeelde deze vzw's vanwege hun medewerking met een racistische organisatie. De partij veranderde hierna haar naam in het Vlaams Belang, maar behield intern haar extreme anti-vreemdelingen standpunten. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2006 ging het Vlaams Belang in de meeste steden vooruit en boekte het winst. In Antwerpen is het niet langer de grootste partij.
[bewerk] Lijst Minister-Presidenten
- Yves Leterme, 2004-heden CD&V
- Bart Somers, 2003-2004, VLD
- Patrick Dewael, 1999-2003, VLD
- Luc Van den Brande, 1992-1999, CVP (nu CD&V)
- Gaston Geens, 1981-1992, CVP (nu CD&V)
[bewerk] Separatisme
In Vlaanderen is een heterogene beweging actief, die Vlaanderen meer autonomie wil bezorgen. Deze beweging is zeer divers en bestaat uit verschillende strekkingen, en ook fracties in de bestaande traditionele partijen. Zo is er een afscheidingsbeweging met partijen en verenigingen, zoals Vlaams Belang, N-VA en VVB. Afhankelijk van de opiniepeiler wordt de aanhang van de afscheidingsbeweging in dit geheel tussen de 13 en de 51% van de bevolking geschat.
Ook de doelen van de verenigingen verschillen. De hoofdmoot wordt ingenomen door hen die een soevereine Vlaamse deelstaat van de EU wil stichten, een niet onaanzienlijk deel wil een confederale staatsstructuur en sommigen willen een hereniging van Vlaanderen en Nederland tot Groot-Nederland. Nog andere willen het huidige federalisme versterken door de deelstaten meer fiscale en financiële autonomie te geven. Binnen het OVV vinden we vertegenwoordigers van zowat al deze strekkingen terug.
In 2005 schreef de denkgroep In de Warande een manifest voor de de onafhankelijkheid van Vlaanderen.
Andere groepen binnen de Vlaamse beweging streven vooral naar confederalisme. In deze strekking vinden we [[CD&V], spirit en belangrijke stromingen binnen grote Vlaamse culturele organisaties. Zij willen Vlaanderen volledig beheersmatige, financiële en fiscale autonomie bezorgen. De Belgische staat moet voor hen dus behouden worden, maar afgeslankt tot die gemeenschapelijke noemer waarvoor er in beide grote gemeenschappen een democratische meerderheid bestaat. Diverse groepen academci situeren zich in deze strekking, daaronder de ondertekenaars van het Lentemanifest 2006.
Nog andere strekkingen binnen de Vlaamse beweging, met name het Vermeylenfonds en bepaalde strekkingen binnen spirit, sp.a en ook sommige personen binnen de CD&V, streven dan weer naar versterling en verdere uitbouw van het huidige federalisme.
[bewerk] Economie
De Vlaamse economie is een van de meest productieve van de hele wereld. Dit steunt onder meer op een hoog opleidingspeil, relatief hoge inspanningen voor onderzoek en ontwikkeling in de bedrijven, veel vestigingen van internationale bedrijven, vooral in hoogtechnologische sectoren, en een goede talenkennis, gekoppeld aan een grote verdraagzaamheid tegenover bedrijven en werknemers uit de meeste andere landen. Dit alles schraagt een hoge welvaart. De laatste jaren (decennia) stagneert de Vlaamse economie structureel. Dit wordt toegeschreven aan een nog steeds toenemende bureaucratie, aan de (deels niet-omkeerbare) transfers naar Wallonië en Brussel, aan laagproductieve openbare diensten (vooral in de Belgische instellingen en administraties), de extreem hoge lopende uitgaven van de Belgische overheden en tegelijk lage investeringen, evenals aan de te lage innovatie in vele economische sectoren. Mede daardoor zijn de loonlasten in Vlaanderen één van de hoogste van de hele wereld. Maar aan de ander kant is ook de productiviteit per werknemer nog steeds één van de hoogste ter wereld.
[bewerk] Vlaamse bevolking
Deze is en door de eeuwen heen redelijk sterk vermengd met vele immigratiestromen. In recente tijden bleven deze immigraties echter steeds beperkt in aantal, en in interne migraties. De etnische kern van de huidige Vlaamse bevolking bestaat uit de toen Dietstalige (voorloper van het Nederlands) bevolkingsgroepen in de toenmalige Nederlanden -de '17 provinciën'- die overwegend katholiek en onder Spaanse heerschappij bleven in de 17e eeuw. Dit werd aangevuld met wat hogere burgerij en adel, beide, zoals in heel Europa, Franstalig of verfranst. Uit de Middeleeuwen stamt ook de kleine joodse minderheid, die zich vooral in Antwerpen en Brussel vestigde. Vlaanderen kende in zijn geschiedenis twee grote emigratiestromen, een ten tijde van de Contrareformatie en een bij de wisseling tussen negentiende en twintigste eeuw. Onder Spaans bewind werden vele tienduizenden protestanten verjaagd. De meeste trokken toen naar Amsterdam en Noord-Nederlandse provincies. Ze droegen daar bij tot de zogenaamde Hollandse Gouden Eeuw. Zo vinden we verschillende Vlaamse vluchtelingen bij de redacteurs van de Statenbijbel, wat een factor was bij de invloed van het Zuid-Brabants op de Nederlandse taal. Ook begin twintigste eeuw trokken vele duizenden Vlamingen, vooral uit Oost- en West-Vlaanderen, weg voor de hier toen heersende economische ellende, vooral naar Canada, de Verenigde Staten en Zuid-Amerika.
De meer recente immigranten, evenals de joden, zijn nog min of meer als afzonderlijke etnische groepen herkenbaar. Dat geldt met name voor de Italianen, Hongaren en Polen die in het midden van de 20ste eeuw naar Vlaanderen kwamen, voor Noord-Afrikanen en Turken (2de helft van 20ste eeuw), voor de EU-burgers die zich hier vestigden als werknemers voor Europese en internationale instellingen, en voor de recentste immigratiegolven uit Oost-Europa. Gedurende de hele twintigste eeuw bestond er ook een zekere immigratie van voornamelijk rijke Franstaligen die zich vooral in Vlaams-Brabant vestigden.
Met uitzondering van sommige Ortodox-Joodse en islamitische immigranten en van een deel van de Franstalige inwijkelingen integreerden de meeste immigranten goed in Vlaanderen na enkele generaties.
Vlaanderen ontwikkelde de laatste jaren een specifiek beled voor haar ethnisch-culturele minderheden (ook wel 'nieuwe Vlamingen' genoemd). Daarbij wordt gestreefd naar een zo sterk mgelijke inburgering opdat deze immigranten en hun nakommelingen faire en gelijke kansen hebben in de Vlaamse en Europese samenleving.
[bewerk] Godsdiensten en levensbeschouwingen in Vlaanderen
Historisch was Vlaanderen bijna volledig katholiek, met enkele beperkte protestantse kernen sinds de opkomst ervan. Anno 2005 is die religieuze overtuiging echter danig verzwakt. De tweede levensbeschouwelijke overtuiging is nu de 'vrijzinnigheid'. Islamieten vormen naar schatting 3% van de Vlaamse bevolking; protestanten, anglicanen, orthodoxen en joden elk minder dan een procent.
Deze zes opgesomde groepen zijn de erkende religieuze en levensbeschouwelijke overtuigingen. Alleen is er bij de Islamietische groep nog een achterstand op het vlak van de officiële subsidiëring van imams, moskeeën en eigen scholen. Katholieken, protestanten, joden en sinds kort ook islamieten hebben eigen scholen voor leerlingen van alle leeftijden.
Niet (nog niet?) erkende godsdiensten zijn de boedhisten en de evangelische groepen.
De katholieke scholen worden in praktijk ook bezocht door véle niet-katholieke leerlingen, met name door vele islamieten die een religieus onderricht verkiezen boven een neutraal. Het katholieke onderwijs heeft door die relatieve openheid, plus historische redenen en een perceptie van hogere prestige en kwaliteit, een aandeel van 60 à 70%, afhankelijk van de leeftijd. Openbaar onderwijs, ingericht door de Vlaamse overheid, gemeenten en provincies vormt de tweede grote groep met een 30 à 35% van de leerlingen.
Men spreekt ook over 'nieuwe godsdiensten' wanneer men verwijst naar die religies die typisch of quasi uitsluitend voorkomen onder de nieuwe Vlamingen, zijnde de islam, evenals de evangelisch-christelijke overtuigingen (welke vooral voorkomen onder ethnisch-culturele minderheden van Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse afkomst.
[bewerk] Lijsten
- Vlaanderen van A tot Z
- Vlag van Vlaanderen
- Lijst van Vlaamse artiesten
- Lijst van Vlaamse bands naar genre
- Lijst van Vlaamse gemeenten
- Lijst van Vlaamse politieke partijen
- Lijst van Vlaamse olympische medaillewinnaars
- Lijst van Vlaamse ondernemingen
- Lijst van gemeentevlaggen in Vlaanderen
- Vlaamse regio's