Hubertus van Mook
Hubertus Johannes van Mook (Semarang (Nederlands-Indië), 30 mei 1894 – L'Isle-sur-la-Sorgue (Frankrijk), 10 mei 1965) was koloniaal bestuurder en minister. Na het behalen van het staatsexamen H.B.S. met aanvullende Grieks en Latijn te Soerabaja in 1912 verhuisde hij naar Nederland. Hier ging hij eerst aan de Universiteit van Amsterdam en later aan de Technische Hogeschool te Delft scheikunde studeren. Omdat hij een veelzijdige belangstelling, een gemakkelijk en snel opnemingsvermogen en een uitgesproken drang naar activiteit had, kon de studie hem echter niet boeien en hij stortte zich in het studentenleven. Zo was hij o.a. lid van het Indonesisch Verbond van Studeerenden en het Amsterdamsch Studenten Corps. In 1914 meldde hij zich als vrijwilliger voor het Nederlandse leger aan. Uiteindelijk ging hij Indologie studeren aan de Rijksuniversiteit van Leiden waar hij in 1918 afstudeerde.
Na zijn studie keerde hij terug naar Nederlands-Indië waar hij werk kreeg als controleur te Semarang. Bij de regeling van de voedseldistributie toonde hij in die functie voor het eerst zijn bekwaamheid en doortastendheid. In 1921 werd hij daarom bevorder tot raadsman in agrarische aangelegenheden van de sultan van Jogjakarta. In 1925 ging hij met studieverlof terug naar Nederland waar hij wilde promoveren op Indisch recht, dit kwam echter niet van de grond.
Drie jaar later in 1927 keerde hij terug naar Nederlands-Indië waar hij werd benoemd tot assistent-resident van de politie in Batavia.
Op 20 november 1941 werd hij tot minister van Koloniën benoemd in het kabinet-Gerbrandy II, maar hij bleef nog in Indonesië en zijn functie werd door de minister-president tot 21 februari 1942 waargenomen. Inmiddels was hij na de aanval op Pearl Harbor (7 december 1941) en de oorlogsverklaring van Nederland aan Japan (8 december 1941) op aandringen van de Gouverneur Generaal met ingang van 1 januari 1942 ook tot luitenant-Gouverneur Generaal benoemd. In die hoedanigheid trachtte hij tevergeefs tot nauwere militaire samenwerking met de VS te komen en Washington tot levering van (reeds gekochte en betaalde) vliegtuigen te bewegen. Op 3 november droeg hij het gezag aan Beel over. Ofschoon nooit officieel, was hij in wezen de laatste landvoogd in Nederlands-Indië en werd hij als zodanig ook gezien.
In 1951 trad hij in dienst van de Verenigde Naties als deskundige voor Ontwikkelingsgebieden. In 1960 vestigde hij zich in Frankrijk, waar hij vijf jaar later op 10 mei 1965 in L'Isle-sur-la-Sorgue na een kort ziektebed overleed. Hij had in de voorafgaande jaren nog regelmatig aan het Institute of Social Studies in Den Haag gedoceerd.
Voorganger: A.W.L. Tjarda van Starkenborgh Stachouwer |
Gouverneur-Generaal van Nederlands-Indië 1942-1948 |
Opvolger: L.J.M. Beel |
Voorganger: P.S. Gerbrandy |
Minister van Koloniën 1942-1945 |
Opvolger: J.I.J.M. Schmutzer |
Bron(nen): |
|