Louis Beel
Louis Joseph Maria Beel (Roermond, 12 april 1902 – Utrecht, 11 februari 1977) was Nederlandse minister-president van het Kabinet-Beel I, 1946 tot 1948 en het Kabinet-Beel II, van 1958 tot 1959.
Louis Beel werd op 12 april 1902 te Roermond geboren. Hij behaalde in 1920 het diploma gymnasium-B aan het Bisschoppelijk College te Roermond. Hij was daarna werkzaam op de gemeentesecretarie van de gemeente Roermond. In 1924 werd hij secretaris van mgr. P.J.M. Gils, de eerste bisschoppelijk inspecteur van het bijzonder katholiek lager onderwijs in Limburg. In dit jaar schreef Beel zich ook in als rechtenstudent aan de Roomsch-katholieke Universiteit van Nijmegen.
In 1925 werd hij benoemd tot ambtenaar aan de Provinciale Griffie van Overijssel. Na het behalen van het doctoraalexamen rechten in 1928, was hij vanaf 1929 werkzaam bij de gemeentesecretarie van Eindhoven, sinds 1934 als plaatsvervangend gemeentesecretaris. In 1935 promoveerde hij tot doctor in de rechtsgeleerdheid op het proefschrift "Zelfbestuur of afhankelijke decentralisatie?".
Toen Eindhoven in 1942 een NSB-burgemeester kreeg, nam Beel vrijwillig ontslag, en begon aan huis een bureau voor bestuursrecht.
Vanaf 23 februari 1945 was hij minister van Binnenlandse Zaken in het Kabinet-Gerbrandy III en het Kabinet-Schermerhorn/Drees. Van 3 juli 1946 tot 7 augustus 1948 was hij minister-president van het Eerste Kabinet-Beel. Daarna was Beel in 1948 en 1949 Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon in Nederlands Oost-Indië.
Hij was van 1949 tot 1951 hoogleraar in het bestuursrecht en de bestuurskunde aan de Roomsch-katholieke Universiteit van Nijmegen. Hij was ook van 1950 tot 1951 voorzitter van het Landelijk Sociaal-Charitatief Centrum. Vanaf 6 december 1951 was hij opnieuw minister van Binnenlandse Zaken in het Tweede kabinet Drees en het Derde Kabinet Drees. Op 7 juli 1956 trad hij af als minister om lid van de Commissie van Drie te worden, die op verzoek van Koningin Juliana en Prins Bernhard de wat later de Greet Hofmans-zaak zou gaan heten, ging onderzoeken. Op 21 november 1956 benoemde de regering Beel tot Minister van Staat.
Na het lidmaatschap van de Commissie van Drie werd hij regeringscommissaris voor de omroep, opnieuw voorzitter van het Landelijk Sociaal-Charitatief Centrum en curator van de rooms-katholieke Universiteit te Nijmegen. Ook bekleedde hij enkele commissariaten in het bedrijfsleven. In oktober 1956 werd hij lid van de Raad van State. Na de val van het Vierde Kabinet-Drees was hij van 22 december 1958 tot 19 mei 1959 minister-president, minister van Algemene Zaken, van het Tweede (interim-)Kabinet-Beel.
Van 1959 tot 1972 was hij vicepresident van de Raad van State. Hij was van 1948 tot 1973 bij veel kabinetsformaties betrokken als formateur en informateur.
Dr. L.J.M. Beel overleed op 11 februari 1977 te Utrecht.
[bewerk] Bron
http://www.minaz.nl - Onder voorwaarde dat de bron wordt vermeld, mogen onderdelen van de inhoud van deze website worden overgenomen.