Macedonisch Egypte
Toen Alexander de Grote het Perzische Rijk omverwierp, liet hij zichzelf uitroepen tot farao van Egypte. Het was ook in Egypte dat hij meende te horen dat hij de zoon van een god was. Hij stichtte ook een nieuwe stad aan de rand van Egypte, die naar hem genoemd werd: Alexandrië. Dit zou voortaan de nieuwe hoofdstad van Egypte wezen en was een teken dat de Egyptische farao's hun blik niet langer meer op Egypte alleen zouden richten, maar met een wijde blik uitkeken over de Middellandse Zee. Omdat Alexander geen directe opvolgers had (zijn zoontje werd postuum geboren), waren het zijn generaals die het rijk zouden verdelen.
De opvolger van Alexander was ook in Egypte, Phillippus III Arrhidaeus. Hij regeerde tot aan zijn dood over het hele rijk van Alexander de grote. Hij was een halfbroer van Alexander en een onwettige zoon van Phillipus II. Volgens een relaas was hij zwakzinnig en epileptisch dat kwam door de moeder van Alexander, Olympias zij probeerde hem te vergiftigen via wijn maar dat lukte niet, na Alexanders dood regeerde hij verder.
De laatste Macedonische monarch was Alexander IV de zoon van Alexander de grote. Hij was onder zijn macht van de voogd en generaal Cassander samen met hem regeerde hij Egypte. In deze fase namen de satrapen die onder Alexander de grote hadden gestreden het over: de Ptolmaeën.