Pommeren (provincie)
Vlag | Wapen |
---|---|
Kaart | |
Hoofdstad | Stettin |
Bestaan | 1815-1946 |
Oppervlakte | 30 120,5 km² |
Inwoners | 1.431.633 (1871) 1.634.832 (1900) 2.393.844 (1939) |
Ontstaan uit | Hertogdom Pommeren |
Opgegaan in | DDR, Polen |
Kenteken | I H |
Regierungsbezirke | |
Pommeren was een provincie van Pruisen die bestond van 1815 tot 1946.
Inhoud |
[bewerk] Geschiedenis
De landstreek Pommeren werd bij de Vrede van Westfalen (1648) verdeeld tussen Zweden (Voor-Pommeren) en Brandenburg (het latere Pruisen; Achter-Pommeren). Aan dit laatste land viel in 1720 een deel van Zweeds-Pommeren toe en bij de Eerste Poolse Deling in 1772 Pommerellen. Na het Congres van Wenen in 1815 viel geheel Pommeren - verdeeld over de provincies West-Pruisen (Pommerellen) en Pommeren (de rest) - onder Pruisisch bestuur.
De provincie Pommeren lag zeer laag en was overwegend agrarisch. De bevolking was grotendeels luthers en overwegend Duitstalig. Aan de grens met West-Pruisen werd Pools en door een kleine minderheid Kasjoebisch gesproken.
Na de Tweede Wereldoorlog werd Pommeren opgedeeld met de Oder als grens. Achter-Pommeren met de voormalige hoofdstad Stettin (Pools: Szczecin) werd aan Polen toegekend. Voor-Pommeren viel onder de Sovjet-Russische bezettingszone en behoorde sinds 1949 tot de Duitse Democratische Republiek, aanvankelijk als deel van de deelstaat Mecklenburg, sinds 1952 verdeeld over de districten Frankfurt (Oder), Neubrandenburg en Rostock. Sinds de hereniging van Duitsland in 1990 maakt het deel uit van de deelstaat Mecklenburg-Voor-Pommeren.
[bewerk] Bestuurlijke indeling
Pommeren was aanvankelijk verdeeld in de Regierungsbezirke Stettin, Köslin en Stralsund. Deze laatste werd op 1 oktober 1932 bij Stettin gevoegd. In 1938 werd de provincie Grensmark Posen-West-Pruisen opgeheven en grotendeels als gelijknamig Regierungsbezirk aan Pommeren toegevoegd.
[bewerk] 1900
[bewerk] Regierungsbezirk Stettin
Districten (Landkreise)
- Anklam
- Demmin
- Greifenberg
- Greifenhagen
- Kammin
- Naugard
- Pyritz
- Randow
- Regenwalde
- Saatzig
- Ueckermünde
- Usedom-Wollin
Stadsdistrict (Stadtkreis)
[bewerk] Regierungsbezirk Köslin
Districten (Landkreise)
- Belgard
- Bublitz
- Bütow
- Dramburg
- Kolberg-Körlin
- Köslin
- Lauenburg i. Pommern
- Neustettin
- Rummelsburg
- Schivelbein
- Schlawe i. Pommern
- Stolp
Stadsdistrict (Stadtkreis)
[bewerk] Regierungsbezirk Stralsund
Districten (Landkreise)
- Franzburg
- Greifswald
- Grimmen
- Rügen
Stadsdistrict (Stadtkreis)
[bewerk] 1940
[bewerk] Regierungsbezirk Stettin
Districten (Landkreise)
- Anklam
- Cammin
- Demmin
- Franzburg-Barth
- Greifenhagen
- Greifswald
- Grimmen
- Naugard
- Pyritz
- Randow
- Rügen
- Saatzig
- Ueckermünde
- Usedom-Wollin
Stadsdistricten (Stadtkreise)
[bewerk] Regierungsbezirk Köslin
Districten (Landkreise)
- Belgard
- Bütow
- Greifenberg
- Köslin
- Kolberg-Körlin
- Lauenburg i. Pommern
- Regenwalde
- Rummelsburg
- Schlawe i. Pommern
- Stolp
Stadsdistricten (Stadtkreise)
[bewerk] Regierungsbezirk Grensmark Posen-West-Pruisen
Districten (Landkreise)
- Arnswalde
- Deutsch Krone
- Dramburg
- Flatow
- Friedeberg Nm.
- Netzekreis
- Neustettin
- Schlochau
Stadsdistrict (Stadtkreis)
[bewerk] Eerste presidenten (Oberpräsidenten)
- 1815-1816: Karl Heinrich Ludwig von Ingersleben
- 1816-1831: Johann August Sack
- 1831-1835: Moritz Haubold von Schönberg
- 1835-1852: Wilhelm Friedrich Fürchtegott von Bonin
- 1852-1866: Ernst Karl Friedrich Wilhelm Adolf Senfft von Pilsach
- 1867-1882: Ferdinand Karl Wilhelm August von Münchhausen
- 1883-1891: Ulrich von Behr-Negendank
- 1891-1899: Robert von Puttkamer
- 1900-1911: Helmuth von Maltzahn
- 1911-1917: Wilhelm Hans August von Waldow
- 1917-1918: Max Hermann von Ziller
- 1918-1919: Georg Michaelis
- 1919-1930: Julius Lippmann
- 1930-1933: Carl von Halfern
- 1934-1945: Franz Schwede-Coburg
|
|
---|---|
1815: Brandenburg | Groothertogdom Beneden-Rijn | Gulik-Kleef-Berg | Oost-Pruisen | Pommeren | Posen | Saksen | Silezië | Westfalen | West-Pruisen | 1822: Rijnprovincie | 1829: Pruisen | 1850: Hohenzollernsche Lande | 1867: Hannover | Hessen-Nassau | Sleeswijk-Holstein | 1878: Oost-Pruisen | West-Pruisen | 1919: Neder-Silezië | Opper-Silezië | 1920: Berlijn | 1922: Grensmark Posen-West-Pruisen | 1944: Halle-Merseburg | Keur-Hessen | Magdeburg | Nassau | 1945: Saksen-Anhalt |