Stinkende gouwe
Stinkende gouwe | ||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | ||||||||||||
|
||||||||||||
Soort | ||||||||||||
Chelidonium majus |
De stinkende gouwe (Chelidonium majus) is een algemeen voorkomende vaste plant uit de familie van de klaprozen (Papaveraceae). Toch lijkt de plant op het eerste gezicht in de verste verten niet op de alom bekende grote klaproos. Hij heeft namelijk kleine, gele bloemen. De stinkende gouwe bevat oranje-geel melksap en groeit vooral langs heggen en op ruige plaatsen.
De stinkende gouwe komt voor van het Middellandse Zeegebied tot ver in Scandinavië en in Midden- en Noord-Azië.
Inhoud |
[bewerk] Beschrijving
De bloem is heldergeel en is 20 tot 25 mm in doorsnede. Er zijn twee kelkbladeren, vier kroonbladeren en veel meeldraden.
Twee tot zes bloemen vormen een los scherm, dat van mei tot in de herfst bloeit.
Het blad is onevengeveerd of diepingesneden en grof gekarteld. Er zijn in het eerste geval vijf of zeven deelblaadjes. De onderkant van het blad is blauwgroen.
De vrucht is een hauw van 2 tot 5 cm lang, die van onderaf met twee kleppen geopend kan worden. De zaden worden door mieren versleept, omdat er een vettige witte zaadsluier (mierenbroodje) opzit waar zij dol op zijn.
[bewerk] Medisch gebruik
[bewerk] Heden
Deze plant bevat giftige alkaloiden zoals sparteïne, sporen van etherische olien, saponine en heeft een verdovende werking. De vergiftiging kan worden bestreden als een morfine-vergiftiging. Het dragen van handschoenen tijdens intensief werken met deze plant is daarom aan te bevelen.
Ook in de farmaceutische industrie wordt de plant toegepast, namelijk in geneesmiddelen tegen astma en maag- en galziekten. Dit laatste omdat de stoffen in de wortel en de bladeren galafgifte bevorderen. Ook volgens de middeleeuwse signatuurleer kon de plant hierbij toegepast kan worden, vanwege het gele melksap en de vorm van de bladeren.
[bewerk] Vroeger
Stinkende Gouwe is een zeer oud geneeskruid dat gebruikt werd bij o.a. oogziekten. De alchemisten gebruikten het bij het zoeken naar de steen der wijzen. Heksen gebruikten het in de middeleeuwen in hun zalven. In de homeopathie wordt het gebruikt in de vorm van tinctuur.
Het gele sap werd vroeger gebruikt op wratten. Hiervoor moest het sap van een verse stengel meerdere malen per dag op de wrat worden gesmeerd, waarna de wrat verdween.
Als men op de bladeren kokend water giet en laat intrekken, en men zich daarna tweemaal daags met dit goedje wast, zou de lichaamsbeharing sterk afnemen.
[bewerk] Fotogalerij
Meer afbeeldingen die bij dit onderwerp horen kunt u vinden op de pagina Chelidonium majus op Wikimedia Commons. |