Turan
Turan is een niet-bestaand land waarin alle Turken en Turkstalige volkeren verenigd zouden worden. Het land zou zich uit moeten strekken van Turkije, of misschien wel vanaf Wenen, tot aan de Laptevzee of diep in Siberië en het was een idee van de Jong-Turken en later ook van de Grijze Wolven.
[bewerk] Geschiedenis
Het idee ontstond tegen het einde van het Ottomaanse Rijk. De politieke en nationale bewustwording die zich na de Franse Revolutie over Europa had verspreid werd tegen het einde van de 19e eeuw door Ottomaanse intellectuelen opgepikt. Dezen pretendeerden dat de sultan geen absolute zeggenschap zou kunnen hebben over de natie en dat deze onderhevig was aan de wil van het volk.
Rond de eeuwwisseling waren hun ideeën verspeid onder ambtenaren en jonge officieren, die in 1907 een staatsgreep uitvoerden. Hierop werd het parlement, Meclisi Mebusan, bijeengeroepen om de soevereiniteit van het volk te bevestigen. Maar nog in hetzelfde jaar werd een tweede staatsgreep gepleegd door de Jong-Turken, werd de toenmalige sultan vervangen door zijn broer en kwam het parlement volledig in handen van de Jong-Turken.
De Jong-Turken, die zeer nationalistisch waren, moesten met lede ogen aanzien hoe het eens zo grote Ottomaanse rijk de afgelopen tientallen jaren was afgekalfd. De ideeën van Ziya Gökalp, voorvechter van het turanisme, begonnen langzaam maar zeker meer terrein te winnen onder de Jong-Turken. Vooral de Balkanoorlogen hadden hierop een versnellend effect.
Turanisme was ook één van de belangrijkste redenen voor de toenmalige Jong-Turkse regering om aan de zijde van Duitsland en Oostenrijk-Hongarije deel te nemen aan de Eerste Wereldoorlog. Men hoopte door een overwinning op Rusland het gezag over Centraal-Azië (waar veel Turkstalige volkeren wonen) te krijgen. Maar toen de oorlogskansen zich tegen de Centrale mogendheden keerden, werd met harde hand opgetreden tegen allen die, in de ogen van de Jong-Turken, een gevaar waren voor de staat. Zo werden Koerden, Alevieten, Armeniërs, Grieken, christenen en vele anderen massaal afgeslacht. Na de Eerste Wereldoorlog vluchtte een van de Jong-Turkse leiders, Enver Pasja, naar Centraal-Azië om er een opstand te organiseren en een verenigd Turkestan te stichten. Hij vond echter de dood tijdens een gevecht met de Russen.
Toen na de Grieks-Turkse Oorlog de Republiek Turkije werd gesticht, werd het turanisme door Mustafa Kemal Atatürk officieel verboden. Ambtenaren en officieren die turanistiche ideeën aanhingen, konden rekenen op harde maatregelen, gaande van ontslag tot verbanning. Toch waren er onder zijn bewind personen die het turanisme bleven prediken, zoals Nihat Atsiz.
Toen in 1946 voor het eerst meerdere partijen aan de verkiezingen in Turkije konden deelnemen, zagen de turanisten hun kans schoon om meer in het openbaar te treden. Ze waren echter te verdeeld om daadwerkelijk van politiek belang te zijn. Daar kwam in de jaren 60 van de 20e eeuw verandering in toen Alparslan Türkes de MHP, de partij van de nationalistische beweging, opzette. Deze partij nam in de jaren zeventig en negentig deel aan verschillende Turkse regeringen. De paramilitaire organisatie van deze partij, beter bekend als de Grijze Wolven, was vooral in de jaren zeventig actief met aanslagen op linkse groeperingen. Er wordt zelfs beweerd dat de Grijze Wolven in de jaren '80 van de 20e eeuw het einde hebben ingeluid van de Armeense ASALA.
Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie droomden vele turanisten over de vereniging van de verschillende Turkse landen die net hun onafhankelijkheid hadden verkregen. Maar de realiteit wilde dat deze volkeren, net bevrijd van het Russische juk, absoluut geen zin hadden om op te gaan in een Groot-Turks rijk.