Christendemocratie
Politieke ideologieën |
---|
Dit artikel is een deel van de |
|
|
|
Portaal politiek· |
Christendemocratie is een politieke stroming. Samen met het liberalisme en de sociaaldemocratie behoort in veel Europese landen het tot de voornaamste politieke richtingen.
De christendemocratie houdt officieel een middenpositie in tussen het liberalisme (kapitalisme) en het socialisme (planeconomie). De laatste jaren ziet men echter een verschuiving naar het liberalisme, met name op economisch gebied.
[bewerk] Geschiedenis van de christendemocratie
De christen-democratie komt voort uit de sociale leer van de Rooms-Katholieke Kerk en de diverse Protestantse Kerken. In de negentiende eeuw schreef Paus Leo XIII een encycliek met de naam Rerum Novarum ('Over nieuwe dingen'). In deze encycliek stelde de Paus de onderdrukking van de arbeiders aan de kaak en riep hij katholieken op om zich in te zetten voor hun welzijn. De Paus riep ook op tot de vorming van vakbonden en standenorganisaties voor katholieken. Rond 1900 gaf de Paus zijn toestemming aan de naam christendemocratie. In met name Duitsland (Zentrumspartei) en België ontstonden christendemocratische partijen. Na de Eerste Wereldoorlog ontstonden er in Europa christendemocratische partijen. Bekende voorbeelden waren de Partito Popolare van Don Luigi Sturzo in Italië en de tot een christendemocratische partij omgevormde Katholieke Partij in België. Van 1926 was er democratische tendens zichtbaar in de RKSP (Roomsch-katholieke Staatspartij) in Nederland.
De protestanten volgden ook spoedig met de oprichting van christendemocratische partijen, waaronder de ARP (Anti-Revolutionaire Partij) in Nederland. Deze partij zette zich (vooral onder het voorzitterschap van Abraham Kuyper in voor de emancipatie van de Gereformeerde "Kleine luyden", d.i. de kleine man). De Nederlandse CDU sloot qua economisch gedachtegoed sterk aan bij de SDAP en was pacifistisch.
In de jaren dertig was er sprake van een ruk naar rechts binnen de christendemocratie. Na de Tweede Wereldoorlog ontstonden er ook in Zuid-Amerikaanse landen christendemocratische partijen. In Italië ontstond de Democrazia Cristiana, de grootste christendemocratische partij van Europa. In Nederland herleefden de ARP, de CHU en werd de Katholieke Volkspartij (KVP) opgericht. Zeker in de eerste jaren van haar bestaan en tijdens de latere jaren zestig was de KVP een tamelijk progressieve partij die meehielp in de totstandkoming van de verzorgingsstaat. De België CVP (Christelijke Volkspartij) was ook progressief in haar beginjaren en nam aan elke naoorlogse coalitie deel.
De krachtige progressieve stroming binnen de Duitse CDU van Jakob Kaiser, Ernst Lemmer en Andreas Hermes moest het onderspit delven. Vanaf 1949 was de Duitse CDU (met uitzondering van de Oost-Duitse CDU tot een conservatieve partij verworden.
De Italiaanse DC en de Zuid-Amerikaanse (met name de Chileense) christendemocratische partijen verschoven in de jaren zestig naar links en verkozen sociaal-democratische en links liberale regeringspartners boven rechtse liberalen en conservatieven.
Eind jaren zestig ontstond in Nederland de Politieke Partij Radicalen (PPR). De PPR was weliswaar geen confessionele partij, maar stond zeker in haar beginjaren onder invloed van de "Christen-Radikalen", een linkse stroming die zich had afgescheiden van de KVP, de ARP en de Christelijk Historische Unie (CHU).
In de jaren tachtig werd in Nederland de Christen-Radikale Evangelische Volkspartij (EVP) opgericht. Desondanks was er toen sprake van een ruk naar rechts binnen de christendemocratische partijen van Europa. De in 1980 in Nederland uit een fusie van de KVP, CHU en ARP voortgekomen CDA was volgens de oorspronkelijke bedoelingen een sociale partij, o.a,. gebaseerd op de Sociale Leer van de Rooms-Katholieke Kerk.
De toenemende ontkerkelijking is één van de redenen dat de christendemocratische partijen steeds minder stemmen krijgen.
Zie ook de Lijst van Christen-Democratische Partijen