Klarinet
De klarinet is een blaasinstrument. In het symfonieorkest wordt de klarinet gerekend tot de houtblazers. De naam is een verkleinwoord van het Italiaanse clarino, een soort trompet. De klarinet bestaat uit een cilindrische holle pijp met gaten, waarvan sommige met de vingers worden afgedekt, en andere door een klep. De gaten die met de vingers worden afgedekt, hebben vaak een ring (bril), waarmee weer kleppen worden afgedekt die buiten het bereik van de vingers liggen. Het uiteinde loopt uit in een trechter die klankbeker wordt genoemd. Hiermee wordt bereikt dat de akoestische impedantie van de buis beter aangepast is aan die van de lucht, en de klarinet meer geluid produceert, vooral bij de lage noten. Klarinetten worden meestal gemaakt van hout (vooral ebbenhout), maar ook andere materialen als metaal en tegenwoordig kunststof worden wel gebruikt.
De eigenlijke geluidsproductie vindt plaats in het mondstuk. De klarinettist m/v zet zijn boventanden op het mondstuk en zijn onderlip tegen het riet dat tegen het mondstuk aan gebonden of geklemd is. Door lucht tussen het mondstuk en het riet door te blazen gaat het riet trillen. De lipspanning (embouchure) bepaalt hoeveel vrijheid het riet krijgt om te trillen. Dit heeft invloed op de toonhoogte en de klankkleur. De trilling van het riet zet de lucht in de klarinet ook in beweging, waardoor er geluid (en hopelijk muziek) gemaakt wordt. De akoestische impedantie van de buis na het riet is verantwoordelijk voor de mogelijk te produceren toonhoogten. Een aan één zijde gesloten cilindrische buis levert een boventonenreeks met uitsluitend oneven harmonischen. Hierdoor blaast een klarinet over in de duodecime in plaats van het octaaf zoals de meeste andere blaasinstrumenten.
De middeleeuwse voorloper van de klarinet, als enkel-riet instrument, is de chalumeau. De uitvinder van de klarinet is waarschijnlijk Johann Christoph Denner rond 1690 geweest. De meest gangbare klarinet is de Bes-klarinet, deze is ongeveer 66 cm lang. Vroeger werd voor iedere toonsoort een andere klarinet gebruikt (de klarinettist speelt feitelijk een greepschrift). Door de eeuwen heen is de klarinet steeds verder ontwikkeld. In België en de rest van de wereld wordt doorgaans het Böhm systeem van kleppen/brillen gebruikt. Uitzonderingen zijn Duitsland en Oostenrijk. Dit zijn de laatste landen waar het (minder logische) Albert en Oehler systeem nog in zwang zijn. In de meeste Nederlandse professionele orkesten gebruikt men een uniek hybride systeem, de zogenaamde "reform Böhm" klarinet. Dit is in feite een klarinet met een Franse (lees: Böhm) applicatuur, en een Duitse klankbuis.
Tegenwoordig worden vooral de Bes-, en soms de A-klarinet gebruikt. De hoge Es-klarinet wordt vooral gebruikt in harmonieorkesten, soms in symfonieorkesten als piccolo-klarinet, en soms als les-klarinet. Voor les doeleinden wordt de laatste jaren steeds vaker de C klarinet gepropageerd en gebouwd. Er bestaat een nog kleinere klarinet, de As-klarinet, die bij hoge uitzondering in clarinet-choirs gebruikt wordt. In Zuid-Europese landen en naar verluidt in Australië is dit intrument vaker in gebruik. De C-klarinet wordt soms door klarinettisten gebruikt als ze met niet-transponerende instrumenten een partijtje moeten meeblazen. De C-klarinet is namelijk de enige klarinet die niet transponeert. Doordat een klarinet overblaast op de duodecime (octaaf+kwint) is het bereik bijzonder groot. Nadeel is dan weer dat er heel veel kleppen nodig zijn om deze intervallen te overbruggen. De Bes-klarinet heeft een (klinkend) toonbereik van d - c''''.
Behalve de gewone klarinet bestaan er ook (contra)bas, tenor en alt varianten. de basklarinet in Bes, de altklarinet in Es. De bassethoorn in F is in feite geen hoorn maar een iets hogere altklarinet. De bassetklarinet was populair ten tijde van Mozart: zijn klarinetconcert KV622 is oorspronkelijk voor dit instrument geschreven. Hiervan zijn naar verluidt geen historische exemplaren over, maar het instrument wordt nog wel gebouwd. Verwar dit instrument vooral niet met de bassethoorn, het is een geheel ander instrument. De bassetklarinet staat in A, maar heeft een aantal toegevoegde kleppen, waardoor het bereik in de laagte is uitgebreid. Tegenwoordige uitvoeringen van het klarinetconcert van Mozart worden bijna altijd gedaan op de A klarinet, hier en daar worden een aantal noten dan geoctaveerd. Voorts bestaan nog de tegenwoordig ook als solo-instrument veelvuldig gebruikte basklarinet in Bes en de zeldzame contrabasklarinet (eveneens in Bes). bij de basklarinet is nog op te merken, dat deze oorspronkelijk een octaaf lager was dan de Bes klarinet, met als laagste toon een E. In navolging van de bassetklarinet is hier in de 19e eeuw ook een aantal kleppen aan toegevoegd, waardoor de laagste toon de C is. Een bijzondere variant is de kwarttoonklarinet waarmee de kwarttoonmuziek die in zwang kwam in de eerste helft van de 20e eeuw eenvoudiger te spelen was. In een aantal landen (bijv. Italië) wordt de Bes klarinet ook wel gebruikt met een extra klep naar Es, zodat er voor een partij in A (oorspronkelijk bedoeld voor A klarinet) geen omwisseling van instrument nodig is.
Vanwege het in het mondstuk aanwezige (enkele) riet noemt men de klarinettist ook wel een rietblazer evenals de hobo (dubbel riet), fagot (dubbel riet) en saxofoon (enkel riet). Alle genoemde rietblaasinstrumenten worden (of ze nu van hout zijn of niet) houtblazers genoemd.