Tweede Kamerverkiezingen 1888
Aanleiding
In 1887 waren er verkiezingen geweest voor beide kamers van de Staten-Generaal in verband met het aannemen van een wijziging van de Grondwet. Bij die wijziging was ook de regeling van het kiesrecht betrokken en was het aantal leden van de Tweede Kamer op 100 gebracht. Nadat de wijziging in 1887 in de nieuwe kamers was aangenomen werd de Tweede Kamer weer ontbonden om verkiezingen volgens de nieuwe regeling mogelijk te maken.
Bijzonderheden
Bij de verkiezingen in 1888 werd voor het eerst een socialist in de Tweede Kamer gekozen. Na een herstemming in het Friese district Schoterland werd Ferdinand Domela Nieuwenhuis verkozen voor de Sociaal-Democratische Bond.
Ook nieuw was dat voor het eerst de 'rechtse' partijen, daarmee werd destijds bedoeld de confessionele partijen, een meerderheid behaalden.
Uitslag
partij | % | zetels |
---|---|---|
Liberalen inclusief Liberale Unie | 40,7 | 46 |
Anti-Revolutionairen | 31,4 | 27 |
Katholieken | 20,7 | 25 |
Radicalen | 2,0 | - |
Sociaal Democratische Bond | 0,9 | 1 |
Conservatieven | - | 1 |
Totaal | - | 100 |
Formatie
Gezien de rechtse meerderheid lag het voor de hand dat er een 'christelijk' kabinet zou komen. Aan de rechterzijde waren de Anti-Revolutionairen de grootste groep. Hun voorman Abraham Kuyper had zich niet verkiesbaar gesteld. Dat gaf de Koning de gelegenheid een andere AR-man, Mackay tot formateur te benoemen. Het kabinet dat gevormd werd bestond uit 4 Anti-revolutionairen, 2 katholieken en 2 conservatieven.
|
|
---|---|
1888 | 1891 | 1894 | 1897 | 1901 | 1905 | 1909 | 1913 | 1917 | 1918 | 1922 | 1925 | 1929 | 1933 | 1937 | 1946 | 1948 | 1952 | 1956 | 1959 | 1963 | 1967 | 1971 | 1972 | 1977 | 1981 | 1982 | 1986 | 1989 | 1994 | 1998 | 2002 | 2003 | 2006 |