Steniging
Steniging is een manier om de doodstraf ten uitvoer te brengen door stenen naar een veroordeelde te gooien totdat deze dood is. Steniging wordt in bijna alle ontwikkelde landen als een bijzonder wrede manier beschouwd om iemand te doden en wordt aanzien als een praktijk uit een ver verleden.
Inhoud |
[bewerk] Steniging in Islamitische landen
In sommige Islamitische landen, waar de Sharia geldt, wordt het stenigen nog steeds toegepast. Zo staat in Iran de dood door steniging op onder andere overspel en prostitutie.
De veroordeelde wordt van top tot teen in een wit kleed ingepakt en ingegraven; mannen tot aan het midden, vrouwen dieper, om te voorkomen dat de borsten zichtbaar zijn. Soms graaft men de veroordeelden niet in, maar bindt hen aan een paal. Om hen heen staat een (vaak joelende) menigte in een cirkel die uitroepen: God is groot!. Deze stenigers moeten achter een op de grond getrokken lijn blijven. Op teken van de leider van de executie begint de menigte met het gooien van stenen. Aan de stenen worden eisen gesteld, ze zijn zo uitgezocht dat een enkele steen niet de dood kan veroorzaken, maar dat elke raak gegooide steen wel gevoeld wordt door de veroordeelde. De menigte gaat door met gooien totdat de veroordeelde dood is. In sommige landen wordt een veroordeelde vrijgelaten als hij erin slaagt te ontsnappen, in theorie dan, want ontsnappen lukt nooit.
Steniging wordt toegepast in Afghanistan, Iran, Pakistan, Saoedi-Arabië, Soedan en de Verenigde Arabische Emiraten. Nigeria kent in sommige provincies ook steniging als straf, maar door grote internationale druk zijn de tot de dood door steniging veroordeelden in dat land tot nu toe steeds in hoger beroep vrijgesproken.
Er bestaat een reëel gevaar dat onder invloed van de islam de praktijk van steniging opkomt in westerse democratieën. Zo werd Ghofrane Haddaoui in 2004 in Marseille gestenigd met de dood tot gevolg en in oktober 2006 werd in Lyon een meisje van 14 door vier jongens gestenigd tijdens de ramadan.
[bewerk] Steniging in de Bijbel
In het Oude Testament wordt steniging als straf enkele malen genoemd, onder meer voor godslastering, overspel, het offeren aan of knielen voor vreemde goden (inclusief de zon en de maan), maar ook het sprokkelen van hout op Sabbat. Jezus neemt in het Nieuwe Testament afstand van steniging als straf door de woorden Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen te spreken toen een vrouw gestenigd dreigde te worden. Omdat niemand daarna nog een steen durfde te gooien, kon de vrouw ongedeerd ontkomen. De laatste steniging die in de bijbel genoemd is die van Stefanus, een christen van het eerste uur (Handelingen 7). De latere apostel Paulus (toen nog Saulus geheten en een fanatiek vervolger van christenen) was getuige van deze steniging.
[bewerk] Steniging in de Koran
Steniging wordt niet genoemd in de Koran. Wel komt de straf tweemaal voor in een hadith. In de eerste bekent een man die tot de Islam bekeerd is, dat hij in het verleden overspel heeft gepleegd. Mohammed beveelt dat hij gestenigd wordt. De man weet te ontsnappen, maar wordt weer gevangen en alsnog gestenigd tot de dood er op volgt. Na de steniging bidt Mohammed voor hem - omdat de zonde nu gereinigd is. Het andere verhaal gaat over een jood en jodin die op bevel van Mohammed gestenigd worden omdat ze overspel hebben gepleegd.