Radioactief verval
Radioactief verval houdt in dat atomen zonder invloed van buitenaf, spontaan kunnen veranderen in andere atomen. Dit gebeurt meestal met onstabiele isotopen.
Er zijn een aantal vormen van radioactief verval, waarin een radio-isotoop spontaan uiteen kan vallen. Al deze processen hebben gemeen dat het strikt eerste orde processen zijn, die volledig te beschrijven zijn door een halfwaardetijd (ook wel genoemd: halveringstijd). Het is zelfs zo dat de halfwaardetijden vrijwel niet door uitwendige processen te beïnvloeden zijn. De enige uitzondering is het elektronenvangstproces. Daar zijn (zeer) kleine verschillen mogelijk als gevolg van de verschillen in de golffunctie van het ingevangen elektron. De zes voornaamste vervalprocessen zijn:
- α (alfa)-verval
- β (beta)-verval
- γ (gamma)-verval
- elektronenvangst (ε) (eng. afk. EC = Electron Capture)
- spontane splijting
- uitzending van een neutron